Elk zijn jachtgebied! (Filips Benoit)
In de nacht van 10 op 11 april 1730 werd Desselgemnaar Willem Vanmarcke dood geslagen door een jaloerse Waregemnaar. Het gevecht vond plaats voor de herberg ‘t Strop.

Fig. 1. Kaart anno 1642 met de plaats van het delict: herberg ‘t Strop. © Rijksarchief Kortrijk
Omstreeks 20 uur waren Willem Vanmarcke, Jan Blomme en Pieter Jacques in herberg Den Cnock te Desselgem en speelden er met de bolle. Willem had nog zin in een vrijpartij met de schoondochter Gillis Tjolle van Waregem. Herbergier Tjolle woonde in de huidige Stormestraat niet ver van de Plaats van Waregem. Een goed uur later was het drietal ter plaatse, maar Willem had veel concurrentie. In groepjes kwamen nog een tiental jonge Waregemnaars het gezelschap vervoegen alwaer sij ghesaemdelijck hebben ghecoudt, ghelachen, toeback ghesmoort ende brandewijn ghedroncken ende eenighe bij toere ghevrijdt met de dochter. Om beurt gingen jonge mannen naar de keuken en vrijden met de schoondochter. Wat hier precies bedoeld werd met het gevrij en in hoeverre de schoondochter vrij was, konden we niet achterhalen. We laten de verbeelding van de lezer de rest invullen.
Er werd niet enkel gelachen en geflirt. Enkele getuigen zagen een discussie tussen Willem Vanmarcke en enkele Waregemnaars. De compagnons konden evenwel de rust herstellen. Welcke carrelle [querelle = dispuut] ende woorden ghemildert is gheworden door het tusschenspreken van eenighe andere jonkmans vande compagnie.
Omstreeks middernacht verplaatste het gezelschap zich naar de herberg van Joos Nachtergaele en Marie Deweert buren van Gillis Tjolle. Willem Vanmarcke bleef evenwel het langst plakken ten huize Tjolle. Een half uur later zat iedereen bij Joos Nachtergaele, maar nu in twee gescheiden groepen: de Waregemnaars in de keuken, de Desselgemnaars in de voorkamer. Ook hier werd bier en brandewijn gedronken.
Om 2 uur in de nacht ging iedereen naar huis, eerst de Desselgemnaars evenwel op de voet gevolgd door een groep Waregemnaars. Waardin Marie hoorde nog een Waregemnaars zeggen dat sij Willem van Marcke gonghen slaen. Aan de herberg ’t Strop, op de splitsing van de heerweg naar Deerlijk en Desselgem, kwam het tot een woordenwisseling met verwijten aan het adres van Willem Vanmarcke. Het kwam tot een gevecht waarbij Vanmarcke de fatale slag kreeg op het hoofd. Desselgemnaar Pieter Jacques getuigde dat een persoon hem onbekend heeft eenswighs ghesleghen den voorschreven Vanmarcke dat hij ter aerde is ghevallen sonder meer te spreken. Dan heeft hij deposant [getuige Pieter] den selven Vanmarcke hooren rochelen. Getuige Philip Vandevelde had gezien dat kort daarvoor Jacques Mingnau eenen stock hadde ghetrocken vuijt de houdtmijte van Joannes Descheemaeckere. Een klap met een stok kan de zware gevolgen verklaren. Geen enkele getuige had gezien wie had geslagen. De vermoedelijke daders beweerden dat ze Willem Vanmarcke bewusteloos hadden gevonden op straat.
De herbergier van ’t Strop getuigden dat Jan Nowette en Jacques Mingnau een cortewaghen kwamen vragen om dat jonck calf naar veldwachter Joos Nachtegaele te voeren. Rond 3 uur in de morgen werd Willem Vanmarcke op de keukenvloer bij Joos Nachtegaele gelegd. Jacques Mingnau zei: schout wilde een drock calf coopen. Willem Vanmarcke is daar een dag later gestorven. Op 15 april werd het slachtoffer te Waregem begraven.

Fig. 2: Begrafenis van Willem van Marcke: 15° aprilis obiit trucidatus Guillelmus Van Marke ex Desselghem sacramentorum tamen absolutionis et extremis unctionis praemunitus, aetatis 23 circiter annorum © Rijksarchief Kortrijk
Op 15 april stierf Willem Vanmarcke uit Desselgem, vermoord/afgeslacht/gedood, nochtans gesterkt door de sacramenten van de biecht en het laatste oliesel, in de leeftijd van ongeveer 23 jaar.
De stervende Willem kreeg nog het bezoek van een dokter (chirurgijn) en na zijn overlijden werd een lijkschouwing gedaan. Het verslag daarvan is evenwel niet bewaard, ook niet het vonnis. Wel bevat het dossier nog een arrest waarbij zes Waregemnaars werden gearresteerd en al hun bezit gesekwestreerd werd t.t.z. in gerechtelijke bewaring geplaatst.
Door het stamboomonderzoek van Patrick Migneau weten we dat hoofdverdachte Jacques Mingnau kinderloos is overleden te Brugge. Mogelijk werd hij verbannen uit de regio Waregem.
Het gebeuren toont aan dat jonge mannen clans vormden om de huwelijkskandidates van de eigen parochie te beschermen. Op kermissen moest extra bewaking voorzien worden om gevechten tussen de dorpsclans te voorkomen, vergelijkbaar met de voetbalsteward bij risicomatchen op vandaag. De jonge huwbare meisjes waren niet zelden de ophitsende factor.
Dialectwoorden in de getuigenissen:
bolle = krulbollen (http://www.krulbol.be)
lis = bank
eenswighs, eensweegs = kort en goed
uitgenomen = tenzij
couten = praten
gonghen slaen = zouden slaan
weupelijnck = schreeuw
schuijffelijnck = fluitje
cortewaghen = kruiwagen
ghelas = glas
toeback ghesmoort = tabak roken
confreers = confrères = collega’s of vrienden
onder mallecanderen = onder elkaar
carrelle = querelle = dispuut
tusschenspreken = bemiddelen
cnock = hoek, kruispunt
schout = gerechtsdienaar, officier, veldwachter
buijten sijn verstand = bewusteloos
clappen = praten
gilder in “seght wie gilder sijdt” = zeg wie jullie zijn
Hoeve de Cattesteert, een geklasseerde hoeve, een pareltje van rust.
Tussen de Gaverbeek en de heerweg Kortrijk-Deerlijk-Waregem vinden we een lange reeks historische hoeven die meestal verbonden zijn met een rechte dreef naar de heerweg. Het zijn typisch Germaanse vestigingen van omstreeks het jaar 500. De omwalde hoeven liggen op de rand van het overstromingsgebied, tussen de akkers en de meersen. De landbouw-productie was gebaseerde op graanteelt voor de mens en gras of hooi voor het vee. Op verschillende plaatsen langs de Gaverbeek waren depressies die jaarlijks overstroomden: de Gavers, de Ingelbrechtegemmeersen zuid van de Vichtseweg en de Keukelmeersen aan het stadion. In de zomer waren dit de beste hooimeersen, typisch lange smalle percelen.
Nagenoeg de helft van de historische hoeven zijn ondertussen gesloopt en bij de overblijvers zijn veelal de omwallingen gedempt. Op het grondgebied van Waregem kennen we het Goed te Voorde (E. De Coninckstraat 31), het Goed te Nieuwenhove, het Goed ter Sluizen (Vichtseweg 25), het Goed te Bellegem (Vichtseweg 9), het Goed ter Beke (Industrielaan 81), het verdwenen Goed ter Bank oost van de Biest en het kasteel van Potegem tegenover de hypodroom.

Fragment uit de Popp-kaart (1850) van Nieuwenhove tot de Biest. De witte streep tussen twee samengevoegde kaarten is de Deerlijkseweg, vroeger de heerweg Kortrijk-Deerlijk-Waregem. Van onderaan links tot bovenaan rechts de Gaverbeek met aan het Goed ter Beke de monding van de Hooibeek. De hoeve de Cattesteert is verbonden met de Deerlijkseweg met een slag, een restant van de verdwenen Bellegemstraat. Let wel: de Vichtseweg tussen de Deerlijkseweg en de Mirakelstraat werd pas later aangelegd. © Geopunt
Het Goed te Bellegem en de hoeve de Cattesteert liggen tussen het Goed ter Sluizen en het Goed ter Beke en waren nooit omwald. Ze zijn van een latere periode. Het Goed te Bellegem werd vermoedelijk gebouwd omstreeks de 13de eeuw door het hospitaal van Kortrijk. De Cattesteert is nog veel recenter. Het was de vervanger van een vervallen hoeve die meer noordwaarts stond tegen de heerweg. De familie Baert, die er enkele generaties woonde, was tijdens de crisis van het einde van de 17de eeuw geruïneerd en verliet de hoeve. De weduwe van Jan Baert, was zelfs fugitief, radeloos weggelopen door de vele schulden. Het volledige familiebezit werd openbaar verkocht.
Toen na de Vrede van Utrecht (1713) Lodewijk XIV zich terugtrok uit Vlaanderen kwam het herstel. In die periode werd de Cattesteert gebouwd door Jan Destoop fs Gillis, zoon van de burgemeester van Waregem. Vader Gillis was eigenaar van het Goed ter Beke. De Cattesteert kreeg recent die naam omdat het grenst aan een perceel dat van ouds de cattesteert werd genoemd. De naamverklaring is duidelijk want nog op vandaag is de grond bedekt met kattenstaarten, een plant die zeer moeilijk te verdelgen valt. Kattenstaart, paardenstaart of akkerpest zijn namen die in de volksmond worden gebruikt om heermoes aan te duiden. Men zegt dat aan het einde van de wortel van deze plant een klompje goud hangt waarmee men aangeeft dat de volledige wortel wegnemen onmogelijk is.
Ondertussen staat de nieuwe hoeve, de Cattesteert, er al bijna drie eeuwen. De schuur en het overbuur zijn nog origineel en werden onder leiding van architect Etienne Ducatteeuw vakkundig hersteld. De geklasseerde hoeve is omringd door een bos van zeven hectare. Een pareltje van rust in een levendige regio en soms rumoerige stad. (bijdrage Filips Benoit)

Gil Bossuyt toont sporen van WO I in Leiestreek
Gil Bossuyt is onze deskundige medewerker over de gebeurtenissen tijdens WO I bij ons. Hij is auteur van het naslagwerk ‘Bevrijdingsoffensief
in de Leiestreek : van Ieper tot Gaverbeek'. Naar aanleiding van de publicatie van het boek werkte hij ook een boeiende voordracht over ‘WO I in de Leiestreek’. Daarin vertelt hij over de oorlogsgebeurtenissen in de streek en breng alle gebeurtenissen overzichtelijk in kaart. Natuurlijk licht hij ook een tipje van de sluier over zijn opzoekmethodes en nieuwe ontdekkingen.
In zijn jongste nieuwsbrief vernemen we ook zijn nieuw aanbod met zijn aanbod Frontaal . Al enkele jaren gidst hij groepen en verenigingen op een boeiende fietstocht door de Leiestreek. Telkens staan de deelnemers versteld, hoeveel sporen van Wereldoorlog 1 er nog te vinden zijn. Verhalen van bezetting en bevrijding… een tocht langs vergeten vliegvelden, munitiedepots en natuurlijk ook enkele begraafplaatsen en monumenten.
Vanaf 2024 breidt hij zijn Leiestreek-aanbod letterlijk uit! Niet met de fiets, maar met een minibus neemt hij een groep tot 8 personen mee en voorzien we een volledig dagprogramma in de regio rond de Leie.
Voor zijn rijk aanbod verwijzen we nar zijn nieuwsbrief op https://shoutout.wix.com/so/28OkR_frF?languageTag=en&cid=896e73f6-f0cb-4110-a2ba-040b95f7901d®ion=a5111b06-d3cc-4955-9332-f359e829c775

Autoloze zondag : 18 november 1973
50 jaar geleden op 18 november 1973 vond wegens de oliecrisis de eerste autoloze zondag plaats in een reeks van zes. Dat was wegens het opzettelijk dichtdraaien van de oliekraan in het Oosten als boycot om de olieprijs te doen stijgen in de Westerse landen. Eerder waren er in ons land al eens autoloze zondagen geweest naar aanleiding van de Suezcrisis op 25 november 1956. Dat was een conflict over het bezit en de toegang van het Suezkanaal dat tot een oorlog leidde in de Sinaï tussen Egypte enerzijds en Israël, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk anderzijds.
Van 18 november 1973 tot en met 13 januari 1974 werden er als gevolg van de oliecrisis verschillende autoloze zondagen georganiseerd in ons land. De OPEC (Organisatie van Olie-Exporterende Landen) verhoogde eerst de olieprijs met 70 procent en amper een week later werd de oliekraan naar het Westen zelfs bijna helemaal dichtgedraaid omwille van de steun aan Israël in de Jom Kippoeroorlog. Om te voorkomen dat de strategische reserves moesten worden aangesproken, werden verschillende maatregelen afgekondigd.
Duurzaamheidsorganisatie Club van Rome had toen net het rapport Grenzen aan de groeiuitgebracht. Hun computermodellen lieten zien dat het toenmalige economische systeem zou instorten door de combinatie van uitputting van grondstoffen, de sterk groeiende wereldbevolking en de toenemende aantasting van het milieu.

Keizer Karel verleent Jan Waelkens genade voor onvrijwillige doodslag
(Filips BENOIT)
In januari 1520 eindigde een schijnbaar onschuldige pesterij tussen twee pubers met de dood van Michiel Tack. Het begon met het afnemen en weggooien van een muts. Na wat schermutselingen kreeg Jan wel zijn muts terug, maar ze werd hem in zijn gezicht gesmeten. Blijkbaar was dit gestoei onschuldig want beiden joncmannen verlieten elkaar die morgen al lachend (scheedende al lachende van elcanderen).
Diezelfde dag, bij zonsondergang, kwam Michiel voorbij het huis van Jans vader. Jan stond op thof zijn watere makende jegens een boom. Michiel had een stok in de hand. Jan vroeg wat wilde maken met dien lange stock? Wil je misschien daarmee smitten naar mij? Michiel voelde zich uitgedaagd en dreigde naderbij te komen. Nu nam Jan ook een stok (pertse) en dreigde op zijn beurt Michiel daarmee te lijf te gaan. Het potje begon te koken. Michiel wierp met zijn stok en Jan deed hetzelfde. Michiel werd geraakt op de slaap van het hoofd en overleed een week later. Jan had oprecht spijt maar uit schrik voor de strengheid (rigeur) van de justitie vluchtte hij uit Vlaanderen om elders te leven in grooten aermoede.
De terugkeer van Keizer Karel uit Spanje en zijn kroning tot keizer hetzelfde jaar in Aken was het ideale moment om een genadeverzoek in te dienen. We vermoeden dat Jan toen in Brabant verbleef want hij ontving de genadebrief in Leuven op augustus 1520.
Jan werd vrijgesproken van alle criminele vervolging en straffen maar moest nog de burgerlijke (civile) boetes betalen t.t.z. een schadevergoeding aan de familie Tack, de proceskosten en de kosten van de genadebrief. Pas dan werd hij weer aanzien als een vrij man van goed gedrag en zeden: vanaf desen wederom gestelt ende gerestitueert stellen weder ende restitueren tot zijnen goede fame, name ende geruchte in ons landen.
Stamboomgegevens:
De naam van de vader van Jan Waelkens werd niet vermeld. Jan konden we niet met zekerheid identificeren en een plaats geven in de stamboom Waelkens. Michiel Tack wel, maar van vader Rogier zijn geen kleinkinderen gevonden. Deze tak is uitgestorven. Hieronder de weesakte opgemaakt bij het overlijden van vader Rogier Tack met daarin de vermelding van de dood van zoon Michielkin na 1516. Boven zijn naam staat “doot”, zie kader.

Bronnen:
© Archives Départementales du Nord, Série B, nr. 1731 f°29 v°.
© Rijksarchief Kortrijk, Weesregister 38, Waregem f° 5 v°.
225 jaar Boerenkrijg
225 jaar geleden brak er in de Zuidelijke Nederlanden een korte opstand uit. De Boerenkrijg was een opstand in 1798, tijdens de Franse tijd, van de landelijke bevolking tegen het door de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden gevestigde staatsgezag. Oorzaak was de misnoegdheid over de aantasting van rechten en plundering van het land. De wet van 5 september 1798 op de algemene dienstplicht was de druppel die de emmer deed overlopen. De opstandelingen hadden als leuzen Voor Outer en Heerd ("voor altaar en haard", dit betekent: "voor Kerk en gezin") en ook Vivat de Keizer, omdat ze hoopten op een herstel van het Oostenrijks bestuur (Vrede van Campo Formio 17 oktober 1797 : inlijving door Frankrijk van de Oostenrijkse Nederlanden). Ze werden door de Fransen brigands (struikrovers) genoemd.
Zondag 28 oktober 1798 staat in de geschiedenis van West-Vlaanderen bekend als ‘Brigandszondag’. Die dag wordt traditioneel gezien als het hoogtepunt van de opstand. Ook Waregem, Sint-Eloois-Vijve en Desselgem staan bekend als gemeenten met grote actiebereidheid (ingedeeld in de op één na hoogste klasse). Op zondag 28 oktober in volle Boerenkrijg-tijd (van 12.10 tot 5.12) had het verzet tegen de militaire dienstplicht in onze regio zijn hoogtepunt bereikt. Uit vrees voor geweld hadden Francois Vanhoutte en Joseph De Sloovere als gemeentelijke bestuurders van respectievelijk Deerlijk en Waregem hun ontslag ingediend, maar het werd geweigerd. Onder aanvoering van landbouwer Francois Gezelle werd het gemeentehuis en de gendarmerie van Sint-Eloois-Vijve geplunderd. In december werd hij samen met de 11-jarige Vijvenaar Pierre-Jean Somaine (Samyn) en de Waregemse brigandchef Francois Hinnekens, de 20-jarige voerder Philippe Hierlanne, de 22-jarige Joannes Baptiste De Reque (De Rycke) en hereboer Ghysels aangehouden en naar Rijsel afgevoerd.
Palmer maakte muziek voor herdenkingen in 1898 van 100 jaar Boerenkrijg.




De Bevrijding van Waregem in 1918
De zaterdagavond 19 oktober 1918 konden de Britten een ponton aanleggen en de Leie oversteken tussen Bavikhove en Beveren. De zondag volgde de verovering van Desselgem. De Fransen konden pas in de nacht van 20 op 21 oktober hun bruggenhoofd uitbouwen tussen de grens Ooigem/Wielsbeke en de Desselgemse Leiekant. Met veel moeite werd op 22 oktober de Gentstraat aan Den Engel bereikt. In de vroege ochtend van 23 oktober stelden Franse verkenners vast dat de Duitsers zich hadden teruggetrokken en konden de Fransen oprukken en was Waregem centrum om 10u na enkele korte schermutselingen door de Fransen bevrijd. Overal hingen Belgische kleuren in de straten en de Waregemnaren begroetten enthousiast de bevrijders. Op de linkervleugel kregen de Fransen ook een bredere strook langs de Leie in handen en kon die woensdagmiddag ook Sint-Eloois-Vijve bevrijd worden.
De feestelijkheden waren van korte duur, want de Duitsers bleven hevig weerstand bieden achter een nieuwe weerstandslijn: de Gaverbeek. De Fransen waren opgesloten in het Waregemse centrum en de inwoners kregen het zwaarder dan ooit te verduren door Franse en Duitse beschietingen. Een ware terreur was ook het gebruik van gasgranaten door de Duitsers. De rust was wel grotendeels teruggekeerd in Beveren, Desselgem en Vijve, maar het zou nog een ganse week tot de donderdag 31 oktober duren vooraleer de Duitsers eindelijk door de Fransen en de Amerikanen (vanaf 30 oktober) uit Waregem verdreven werden.
In Waregem was het chaos troef. Hele straten lagen in puin. Huizen waren uitgebrand en ingestort. Er waren een week lang zware gevechten met schermutselingen en achterhoedegevechten. Vooral het gebied rond het Leeuwken was stevig in Duitse handen. Ook Desselgem werd nog het slachtoffer van beschietingen om de bevoorrading te belemmeren. Zo ontsnapte Churchill op 29 oktober ternauwernood aan de dood in de Ooigemstraat (zie eerder verhaal). Amper elf dagen na de zware gevechten te Waregem kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog en kon gevluchte bevolking terug naar huis.
Sandrin Coorevits, Filip Santens, ea, Memorial Rain, stadsarchief.
Gil Bossuyt, Bevrijdingsoffensief in de Leiestreek van Ieper tot Gaverbeek.
Aurèle Vandendriessche, Waregems atletiekidool
We vernemen het overlijden van Aurèle Vandendriessche (º 4 april 1932 Anzegem - † 17 okt 2023 Waregem). Aurèle Vandendriessche zal steeds een plaats blijven innemen onder de grootste sportidolen van Waregem. Zijn ijzeren wilskracht, zijn natuurlijke kracht en zijn innemende persoonlijkheid typeren de man die op het lokale, nationale en wereldforum tussen 1956 en 1964 grote bekendheid en een onovertroffen populariteit heeft verworven. Op Europees niveau was lange afstandsloper Aureel Vandendriessche een absolute topper en op het wereldforum kon hij met wat meeval, of anders gezegd zonder tegenslag, de grootste wedstrijden bij de wereldvedetten winnen. Hij won onder meer tweemaal de marathon van Boston en een aantal andere grote marathons, maar door omstandigheden ontglipte hem een olympische medaille bij drie deelnames. Op nationaal domein had hij in zijn specialiteit - de marathon - geen concurrentie. Hij won negen opeenvolgende jaren van 1956 tot 1964 de titel van kampioen van België, het toonbeeld waarnaar velen opkeken.
De Waregemse Atletiek Club W.A.C. kende een bloeiperiode in het Regenboogstadion met talenten zoals Roger Deweer, Frans Herman, René Herpol, Etienne Demeyer, Lieve Ducatteeuw, Anja De Brabant. Aurèle Vandendriesshe bezorgde Waregem absolute atletiek-hoogdagen. Zo bv op 3 oktober 1962 was het Regenboogstadion gevuld met 5000 supporters voor een aanval van Aurèle op het wereldrecord van de 30 km. De piste lag die dag echter zeer zwaar wegens een wolkbreuk de dag voordien. Aurèle stelde ondanks de omstandigheden zijn supporters niet teleur en brak het wereldrecord: de 30 km in 1 u 34' 41" of volle 20 seconden beter dan het vorige record.
Aurèle Vandendriessche heeft zilveren medailles gehaald tijdens de Europese kampioenschappen te Belgrado in 1982 en Boedapest in 1986. In 1963 kreeg hij de nationale Trofee voor Sportverdienste, in 1962 de Gouden Spike. Vier keer was hij winnaar van de Zeslandenwedstrijd : 1957 (Brussel), 1959 (Duisburg), 1961 (Parijs) en 1965 (San Remo). In 1961 was hij Belgisch kampioen op de 10.000 meter.

50 jaar Fifty-One club Waregem
De serviceclub Fifty-One Waregem vierde zijn gouden jubileum (1973-2023) met een feestzitting in Waregem Expo. Om hun maatschappelijke betrokkenheid in de verf te zetten, hadden ze Vlaams minister-president Jan Jambon uitgenodigd, die de 247 aanwezigen tijdens het diner onderhield over de toekomst van Vlaanderen, waarin Fifty-One als serviceclub hun specifieke bijdrage willen leveren. De Fifty-One Club Waregem werd opgericht in 1973, de eerste 51-club in West-Vlaanderen en telt momenteel 28 actieve leden. Tweemaal per maand houden zij een ontmoetingsvergadering, waarbij agendapunten, projecten en taken besproken en beslist worden.
Medestichter en past voorzitter Roger Verbrugge gaf in een brochure toelichting bij het ontstaan en ontwikkeling van de serviceclub in Waregem. “We begonnen met 12 en kozen als lokaal het alom gekende restaurant ‘Au Pigeon d'Or’ op de hoek van de markt met de Holstraat. De eerste officiële vergadering vond daar plaats op 18 december 1973 met talrijke aanwezigen van Antwerpen-Haven, afgevaardigden van locale serviceclubs, en talrijke clubleden van Gent die hun keure-overhandiging kwamen aanprijzen. Als eerste Club in West-Vlaanderen met stamnummer het cijfer 9 mogen wij ons dus rekenen bij de tien eerste clubs van District 102. Er is zéér veel werd gerealiseerd. Door omstandigheden moesten wij wel meermaals van Clublokaal veranderen: na Pigeon d'Or, na Diana, na Happy, na Ambassade en na Gastronoom, kwamen we in de Grand Cru.”
Onder impuls van Luc Kint is jaren geleden gestart met een wijnactie om inkomsten te hebben voor ‘Dienst aan de gemeenschap’. Een caritas-comité selecteert jaarlijks voor de algemene vergadering een lijst van sociale, caritatieve en culturele projecten die alsdan zullen gesteund worden. Naast de vele kleine projecten van steun aan zorginstellingen en organisaties in en rond Waregem, kunnen enkele realisaties genoemd zoals de Koetsentocht voor mindervaliden, het Kelderke, oldtimer tour Classics4Kids en hun geschonken kunstwerken aan de stad (Bronzen paarden Jan Desmarets, Sprong van Jean Claeys en paard van Kamagurka).

9 oktober 1297 Wapenbestand Sint-Baafs-Vijve
Op 9 oktober 1297 ondertekenden de Franse Koning Filips IV de Schone en de Engelse koning Edward I het wapenbestand van Vijve. Het bestand kwam tot stand door bemiddeling van paus Bonifatius VIII. De ondertekening had plaats in wat we nu het Blauw Kasteelke noemen in de Moerdijkstraat 2 te Sint-Baafs-Vijve. De overlevering vertelt ons dat het bestand werd onderhandeld en getekend in de abdijhoeve of in de hoeve aan de Mandelbocht. De kelders van dit boerenhuis dateren uit de 13de eeuw en net als in kasteel Potegem is ook hier sprake van een vluchtweg via ondergrondse gang.
Het wapenbestand van Sint-Baafs-Vijve wordt in meerdere historische werken vermeld in het kader van de vrijheidsstrijd van het graafschap Vlaanderen en meer in het bijzonder het conflict tussen de Franse koning en de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre. Hij werd hier in de steek gelaten door de koning van Engeland, zijn toenmalige bondgenoot. Het wapenbestand van Sint-Baafs-Vijve heeft zijn plaats in het verhaal over de Guldensporenslag, vijf jaar later.
De pauselijke gezanten organiseerden hun “vredesconferentie” volgens overlevering op de hoeve "'t Blauw Kasteelke". De hoeve was het foncier van de heerlijkheid "ter Mandel" of "ter Mandere", toebehorend aan de heer van Ingelmunster. De ontmoetingsplaats werd wellicht aangeduid op aanwijzen van Jan van Rode, heer van Ingelmunster en Vijve, en eigenaar van de vestiging.


Lezing met Genetisch Genealoog prof. Maarten Larmuseau
Op 25/01/2024 is Maarten Larmuseau te gast bij Geschied- en Heemkundig Genootschap Waregemse Verhalen om 19u in Bibbox Waregem waar hij een lezing heeft over DNA in de genealogie.
Wie op donderdag 30/08 Maarten Larmuseau niet gehoord heeft over genealogie kan het hier herbeluisteren. Meer dan de moeite waard.

Verhaal van Waregem
Wie wil meewerken aan het historisch verhaal van Waregem?
Zeker in een eerste aflevering zou dit verhaal zich niet kunnen beperken tot wat er zich afspeelde op het huidig grondgebied van Waregem. Wegens de ligging van Waregem tussen 4 Vlaamse regio’s zouden we ons ook niet kunnen laten inperken tot de nieuwe regio Zuid West-Vlaanderen, maar ook gelden voor andere buurgemeenten Zulte (regio Gent), Kruisem-Wortegem (Vlaamse Ardennen) en Wielsbeke-Dentergem-Oostrozebeke (Midwest).
In een eerste aflevering van ‘het verhaal van Waregem’ moeten we het onder meer hebben over het ontstaan na de ijstijd van het landschap tussen Leie, Mandel en Gaverbeek. Daartussen kwamen de eerste menselijke vestigingen. We maken dan een grote stap naar de Romeinse tijd. Resultaten van Archeologische opgravingen en de geschiedenis van ons wegennet kunnen ons helpen bij een reconstructie. Wellicht was er toen reeds een overgang van de Leie mogelijk in Vijve. Uit die tijd dateren ook de Heirwegen langs de Leie en andere verbindingen (Gentse Heirweg)..
Enkele van onze gemeenten zijn genoemd naar Frankische nederzettingen (Waro, Thraswald, …) of waterlopen (Vijve, Brebona). Over die Frankische periode en daaropvolgende eeuwen kan, ondanks ontbreken van vermeldingen van plaatselijke feiten in geschreven documenten uit die tijd, heel wat worden verteld. Benamingen van hofsteden, typoniemen, … kunnen nog verwijzen naar die periode. Er zijn op ons grondgebied ook sporen gevonden van bezoek van de Vikingen, die destijds ook onze contreien aandeden langs de Leie tussen Gent en Kortrijk. …
Met de belangrijke bewaarde historische bron van de schenking omstreeks 965 door de Vlaamse graaf Arnulf aan de St. Pietersabdij zouden we dan een tweede aflevering kunnen beginnen.